Schaf Europese landbouwsubsidies af

Geld voor het landschap, niet zomaar naar de boer

Herman Versteijlen pleit voor het instandhouden van landbouwsubsidies
Zonder subsidies zou de grondgebonden landbouw uit Europa verdwijnen. Boeren doen meer dan goedkoop en veilig voedsel produceren ? zij zorgen voor een mooi landschap, meent hij.
Europese landbouwsubsidies zouden volgens Herman Versteijlen nodig zijn voor een mooi landschap. Maar helaas ? subsidies komen meestal juist niet ten goede aan natuur en landschap. Publiek geld voor het landelijk gebied is hard nodig, maar dan voor buitenlui die echt voor het landschap zorgen.

In de afgelopen eeuw heeft de landbouw vooral bijgedragen aan de teloorgang van waardevolle cultuurlandschappen. Ook is de toegankelijkheid van het agrarische deel van het platteland sterk achteruitgegaan. Zandwegen en kerkpaden verdwenen of werden geasfalteerd. Dankzij Europese subsidies werd de voedselproductie tot grote hoogte opgedreven, ten koste van natuur en landschap.

Het uitgebreide stelsel van subsidies, premies en prijsondersteuning stimuleerde boeren in het verleden om bepaalde producten voort te brengen. De huidige betalingen zijn gebaseerd op deze historische ?rechten? en staan vaak loodrecht op het instandhouden van het landschap. Zo krijgt een boer die in de Gelderse Vallei vleeskalveren houdt, bijna zeven keer zoveel subsidie per hectare als een melkveehouder die het Groene Hart mooi houdt. Die verschillen zijn niet gebaseerd op maatschappelijk toegevoegde waarde, maar kwamen tot stand onder druk van sectorale lobby?s. In Nederland gaat op dit moment het meeste geld naar gebieden met fabrieksaardappelen en suikerbieten (in de Veenkoloniën) en naar melk en kalfsvlees (in de Gelderse Vallei).

Toch is het terecht dat Versteijlen er de aandacht op vestigt dat veel boeren zullen verdwijnen, als de inkomenssteun wegvalt. Wij pleiten er niet voor dat natuurbeschermingsorganisaties vervolgens alle groen als cultuurlandschap gaan beheren. Willen we onze waardevolle cultuurlandschappen en openheid van het landschap behouden, dan zijn boeren ook daarvoor hard nodig. Maar dan mag de maatschappij verwachten dat boeren daadwerkelijk bijdragen aan behoud van deze landschappen. Natuurlijk moet de samenleving hen hiervoor belonen. Vergoedingen voor Nationale Landschappen, voor biologische boeren en voor boeren die houtwallen onderhouden, zijn goed verdedigbaar.

Versteijlen maakt echter geen keuze: hij wil alle boeren betalen. Dat levert nog geen mooi landschap op. Onlangs verscheen bij Alterra een rapport over inkomenssteun voor bedrijven. De overheid kan beter die lijn volgen.

Deel dit topic

Reacties

anonymous_821
Vertel eerst maar eens waar dit stukje vandaan komt en wie die "wij" zijn.
Onbekend
nrc arie
Onbekend
excuus voor niet vermelden bron; redactioneel stuk NRC met schrijvers:
Jan Jaap de Graeff is algemeen directeur van Natuurmonumenten.
Mirjam de Rijk is algemeen directeur van Natuur en Milieu.

Beide organisaties met, naar mijn inschatting, meer invloed dan LTO 😉
Onbekend
snel een proefabonnementje afsluiten Arie.J
anonymous_821
Zijn jullie sponsors van NRC?
Aan het Ref. Dagblad heb ik genoeg hoor
Onbekend
de inlogcode (van onze zoon) is genoeg om toch ook bij NRC goede landbouwartikelen te kunnen lezen 😉
Onbekend
Veilig en goed voedsel, een mooi landschap - leve de subsidies voor de landbouw

Herman Versteijlen

Er bestaan veel misverstanden over subsidies voor boeren. Zo zouden die in het nadeel werken van ontwikkelings- landen. Dat is niet waar. En het geld uit Brussel helpt ook om, vrij goedkoop, ons landschap groen te houden.

De gemiddelde Nederlander denkt dat de Europese landbouw een subsidieverslindende sector is die het struikelblok vormt voor verdere liberalisering van de wereldhandel en op deze manier met name de ontwikkelingslanden in de weg zit.

Niets is minder waar.

Het gevolg van deze misvattingen kan wel zijn dat de grondgebonden landbouw versneld uit Nederland verdwijnt. Eenmaal weg komt hij niet meer terug, want met het verdwijnen zal niet alleen de know how verloren gaan, maar ook de generatie van boeren die bereid is om tegen een geringe vergoeding voor arbeid en kapitaal zijn bedrijf te voeren en het Nederlandse cultuurlandschap te onderhouden. Meer dan 60 procent van het Nederlandse oppervlak is nog steeds landbouwgrond. Bovendien levert Nederland een flink stuk voedselveiligheid en toegevoegde waarde in.

Landbouwproducten niet duur

In 2003 gaf het gemiddelde Nederlandse huisgezin 11,2 procent uit aan voedsel en niet-alcoholische dranken. Dat is niet veel voor een dergelijke primaire levensbehoefte. De prijzen voor landbouwproducten zijn al decennialang nauwelijks gestegen, met als gevolg dat in de gemiddelde supermarkt een pak melk goedkoper is dan een fles water. In sommige Nederlandse supermarkten kost een liter melk nog maar 29 eurocent - waarschijnlijk een Europees laagterecord, maar ik weet niet of we daar trots op moeten zijn.

Supermarkten stunten graag met een product als melk. Ze weten ook dat de gemiddelde consument, in een poging op deze 11,2 procent te bezuinigen, bereid is van de ene naar de andere supermarkt te rennen. Bij het binnengaan van de supermarkt verleent diezelfde consument lippendienst aan zijn bereidheid om via bijvoorbeeld aankoop van (duurdere) biologische producten mee te helpen aan behoud van natuur. Maar die bereidheid vertaalt zich niet in praktisch handelen, zo blijkt wanneer bij de uitgang de boodschappentas geïnspecteerd wordt. De biologische sector blijft rond de 2 à 3 procent van de voedselconsumptie hangen.

Vanzelfsprekend maken supermarkten ondanks lagere prijzen ook graag winst en dus wordt de prijsvermindering verhaald op de boer.

Als belastingbetaler draagt de gemiddelde Nederlander 0,5 à 1 procent bij aan het Europese Landbouwbudget (zie kader). Met andere woorden: een gemiddeld Nederlands gezin heeft voor ongeveer 12 procent van het gezinsinkomen toegang tot een zeer uitgebreide keuze aan veilig voedsel van hoogwaardige kwaliteit, mag meebeslissen of er hormonen of genetisch gemodificeerde substanties inzitten, en profiteert van het feit dat het Europese cultuurlandschap door onze boeren wordt bijgehouden.

Melkboer verdient weinig

In 2003 en in 2004 verdiende een gemiddeld Nederlands gezinsbedrijf met 63 koeien en 40 hectaren, inclusief alle subsidies, 1650 euro per maand per ondernemer. Voorwaar geen vetpot voor iemand die 7 dagen per week werkt en nauwelijks of geen vakantie neemt.

Een boer is dus een idealist, een liefhebber. Het zijn dan ook alleen boerenzonen en dochters die, uit liefde voor het vak, interesse hebben om boer(in) te worden.

De toekomst ziet er voor dit gemiddelde bedrijf niet rooskleurig uit. Om de sector voor te bereiden op de toekomstige internationale concurrentie als gevolg van de WTO-onderhandelingen zijn de Europese ondersteuningsprijzen in de melksector met gemiddeld 20 procent verlaagd. De boer krijgt hiervoor een compensatie van 60 procent in de vorm van een vast toeslagrecht per hectare gebaseerd op zijn historische productie. Deze compensatie is volledig ontkoppeld van toekomstige productiehoeveelheden en wordt uitgekeerd op voorwaarde dat hij zich houdt aan alle eisen die de maatschappij stelt ten aanzien van milieu, diervriendelijkheid, hygiëne etc., de zogenaamde cross compliance. Deze vorm van product-onafhankelijke ondersteuning leidt niet tot uitbreiding van productie en voldoet ook aan de normen van de WTO. De gemiddelde compensatie komt neer op 420 euro per hectare.

Wanneer deze prijsdaling doorzet, gaat de gemiddelde melkproducent 1.025 euro per maand verdienen, inclusief de 420 euro per hectare die meer dan 70 procent van het inkomen vormt. Dit is minder dan het minimumloon - en dat voor een gespecialiseerde ondernemer met relatief veel inzet van arbeid en kapitaal.

Die boer houdt er dus mee op.

Van de huidige 22.000 melkproducenten zullen er dan ook veel verdwijnen. Wordt hun productie overgenomen door anderen? Dat hangt er ondermeer van af of de overheid bereid is een handje toe te steken en in hoeverre de betrokken boer via schaalvergroting en rationalisering op productiekosten kan bezuinigen. Rationalisering zal in veel gevallen betekenen dat de grotere bedrijven hun 200 tot 1.000 koeien binnenhouden. Wat betekent dat voor de stoffering van het landschap, koeien in de wei, en het maatschappelijk draagvlak ?

Vlees zonder hormonen

Als de grondgebonden landbouw uit Nederland of uit Europa verdwijnt, worden we niet alleen afhankelijk van de grillen van de wereldmarkt qua productiehoeveelheden, maar moeten we ook de kwaliteit en de toegepaste productiemethoden accepteren.

In de Verenigde Staten en Zuid-Amerika worden koeien met het hormoon BST ingespoten om de productie per jaar met 20 procent op te drijven. De levenscyclus van de koe is dan wel korter. Het is tot nu toe in Europa verboden dit hormoon te gebruiken.

De boer als natuurbeheerder

In Nederland is nog 60 procent van de oppervlakte landbouwgrond. Nederlanders houden erg van de open ruimte getuige ook het feit dat er een tunnel onder het Groene Hart wordt aangelegd. Bos was misschien goedkoper geweest, maar kennelijk niet acceptabel.

Waar moeten we in Europa met vakantie gaan als die schitterende graanvelden, wijngaarden, olijfboomgaarden en zonnebloemvelden verdwijnen ?

Als de melkveehouder uit Nederland verdwijnt, zou de vereniging Natuurmonumenten het beheer over die één miljoen hectare grasland dan kunnen overnemen als cultuurlandondernemer? Natuurmonumenten beheert al 90.000 hectare. Aan pure onderhoudskosten geven ze 447 euro per hectare uit,1.000 euro als aankoop, publiciteit en andere kosten meegerekend worden. Dan is de gemiddelde melkveehouder met 420 euro per hectare, niet duur.

Waarom wordt die melkveehouders dan weggejaagd met kortzichtig gezeur over subsidies? Wat maakt het uit voor een overheid of ze de boer betaalt of Natuurmonumenten? Ik heb uiteraard niets tegen Natuurmonumenten, maar een symbiose lijkt me zeer wel mogelijk. In dat geval noemen we het geen subsidies meer, maar betalingen voor verleende diensten aan de maatschappij. Op dat principe zijn alle ambtenarensalarissen gebaseerd. Een boer wil geen ambtenaar worden, dat begrijp ik wel maar bij hem moet ook de knop om.

Overigens, ook niet onbelangrijk, als de grondgebonden boer weggejaagd wordt, verliest de Nederlandse agro-industrie een groot gedeelte van de 11,4 miljard euro per jaar toegevoegde waarde (cijfer 2003). Natuurmonumenten zal een probleem hebben om een dergelijk cijfer te genereren.

Met name niet-gouvernementele organisaties (ngos) als Oxfam-Novib maken er een sport van de Europese landbouw aan de schandpaal te nagelen als de oorzaak voor onderontwikkeling in de derde wereld. In het kader van een Fair trade campagne wordt nog steeds beweerd dat wij onze overschotten op de wereldmarkt dumpen en daarmee de productie van ontwikkelingslanden in de weg zitten die wij via protectie aan de grens buiten de deur zouden houden.

Men vergeet dat al jaren geleden de export van landbouwproducten met exportrestituties drastisch is teruggebracht .

In de melksector is door deze politiek ons aandeel op de wereldmarkt sedert 1995 met de helft gedaald. Het is niet opgevuld door ontwikkelingslanden, maar door landen als Nieuw Zeeland, Australië en de VS. In de toekomst zouden ontwikkelingslanden als Brazilië, Argentinië en India daarbij kunnen komen.

Waar Europa zich terugtrekt nemen andere (rijke) landen het dus over, maar vaak wel tegen een hogere prijs. Dat is niet direct in het voordeel van ontwikkelingslanden, waar productie van melk moeizaam is. De ontwikkelingslanden die zelf in staat zijn en het belangrijk vinden om voldoende voedsel te produceren, zouden ook zelf het initiatief moeten nemen om hun bescherming aan de grens voor strategische landbouwproducten op te voeren. Op die manier kunnen ze hogere interne prijzen voor de boeren bewerkstelligen. De Europese Unie zou daar niet veel moeite mee hebben, wij hebben in het verleden tenslotte hetzelfde gedaan.

De huidige onderhandelingen in het kader van de WTO zijn duidelijk ook bedoeld om de positie van de ontwikkelingslanden te verbeteren. Er wordt ook wel gesproken van een ontwikkelingsronde en dat is prima. In die context heeft de Europese Unie al jaren geleden besloten de eigen grenzen voor alle landbouwproducten uit de minst ontwikkelde ontwikkelingslanden open te zetten. Andere, zoals de hierboven genoemde ontwikkelde landen, volgen ons niet of zeer ten dele. Zojuist is mede daardoor de suikerprijs in de EU drastisch verlaagd, met als gevolg dat de eigen productie met 30 procent zal dalen. Waar Oxfam eerst zeer aandrong op deze hervorming, protesteren ze nu omdat daarmee ook de EU-prijs, die aan een aantal ontwikkelingslanden gegund werd, daalt. De winst gaat naar landen als Brazilië.

Je kunt je afvragen waarom de Europese landbouw door de ngos als hoofdschuldige voor onderontwikkeling wordt neergezet. Weten ze niet dat slecht en corrupt bestuur, wapenhandel, oorlog, klimaatverandering en aids de belangrijkste oorzaken zijn? Dat de eventuele invloed van de EU landbouw daarbij totaal in het niet valt? Is het dat ze een uitweg zoeken om eigen falen te maskeren?

In het kader van de huidige WTO-onderhandelingen heeft de Europese Unie, mede onder druk van de interne publieke opinie, al veel constructieve voorstellen gedaan die niet gevolgd zijn door equivalente voorstellen van onze internationale partners. We hebben al toegezegd alle exportrestituties voor 2013 af te schaffen. Voor Europa is het van belang niet alleen equivalente concessies te krijgen op het gebied van landbouw (US exportkredieten, voedselsteun), maar ook op het gebied van markttoegang voor niet-landbouwproducten en de voor Nederland zeer belangrijke dienstensector. In deze laatste twee sectoren wordt nauwelijks vooruitgang geboekt.

De belangrijkste reden dat de onderhandelingen nu dreigen vast te lopen, is dat onze handelspartners de voorwaardelijke EU-concessies in de zak steken en weigeren zelf enige concessie te doen op welk gebied dan ook. Met name de Verenigde Staten weigeren de interne steun voor landbouw (bijvoorbeeld voor katoen) te wijzigen, maar eisen vrijwel onbeperkte markttoegang in de hele wereld, inclusief de ontwikkelingslanden. Liberalisering voor Amerikanen betekent access voor Amerikaanse producten. Niet onbelangrijk om ook te vermelden is dat in de periode 2002-2004 van de 9 grotere landen die 70 procent van de wereldhandel in landbouwproducten vertegenwoordigen, de EU en China de enige waren met een negatieve handelsbalans.

Wanneer de WTO-onderhandelingen mislukken of slechts zeer ten dele lukken, kan men moeilijk de EU en in het bijzonder de Europese landbouw als zondebok aanwijzen.

In de recente visie van de Nederlandse regering, Kiezen voor Landbouw, staat dat tussen nu en 2013 de bedrijfstoeslagen zullen dalen. Voor de langere termijn (na 2013) moeten ondernemers er ernstig rekening mee houden dat ook het totale budget voor (algemeen) landbouwbeleid sterk zal dalen. Waarom? Is dat de Nederlandse agenda?

In dezelfde visie wordt de verwachting uitgesproken dat het landbouwareaal slechts licht zal dalen, alhoewel er regionaal wel grote verschillen kunnen optreden.

In een recente studie door het Ruimtelijk Planbureau wordt de verwachting uitgesproken dat landbouw alleen dominant blijft en bepalend voor het landschap in de zeekleigebieden, niet meer in het veenlandschap, zandlandschap, rivierenlandschap, de lössgebieden.

Wie heeft er gelijk? Ik heb zo mijn vermoedens. Het lijkt me in ieder geval de moeite waard om er zorgvuldig naar te kijken. Misschien komt men tot de conclusie dat Kiezen voor Landbouw betekent: zich inzetten in Brussel voor een behoorlijk landbouwbudget.

Politiek gezien lijkt het me niet moeilijk om hier brede steun voor te krijgen. Er zitten elementen in van rentmeesterschap van het cultureel erfgoed (het cultuurlandschap), zorg voor mensen met een laag inkomen, voedselveiligheid en zekerheid. Bovendien wordt ook een breder economisch belang gediend, wat betreft toegevoegde waarde en werkgelegenheid in de agro-industrie.

Brussel gaat intussen door met de inspanningen om via het geleidelijk afschaffen van alle productgerichte ondersteuning en via het verbinden van hectarebetalingen aan hoge eisen (cross compliance) de EU-burger te laten zien dat hij waar krijgt voor zijn geld.

Supermarkten verhalen hun prijsverlagingen op de boeren
Afrikaanse landen zouden hun landbouwproductie moeten beschermen
Onbekend
Landbouwsubsidies komen vooral ten goede aan stoppende boeren

Herman Versteijlen pleit voor het behoud van de landbouwsubsidies. Hij is bang dat anders de grondgebonden landbouw uit Europa zou verdwijnen. Die angst vindt geen grond in de vele studies die naar de gevolgen van liberalisatie (de afbraak van steun) van landbouwmarkten zijn verricht. In geen van die studies is er sprake van dat de grondgebonden landbouw uit Europa verdwijnt, zeker indien de afschaffing van steun onderdeel is van een mondiaal liberalisatieproces. Gezien de sterke concurrentiekracht van de Nederlandse landbouw geldt die conclusie temeer voor Nederland. Ook bij liberalisatie komt nog steeds het grootste deel van ons voedsel uit de EU.

Subsidies dragen op de lange termijn nauwelijks bij aan hogere boereninkomens. De structureel lage inkomens in de landbouw bevestigen dit. Omdat de subsidies overdraagbaar zijn, moeten bedrijven die starten of uitbreiden, het recht op subsidie kopen. Hierdoor komen deze subsidies vooral ten goede aan stoppende boeren.

In tegenstelling tot wat Versteijlen beweert, is de bijdrage van het huidige subsidiesysteem aan de instandhouding van landschap en biodiversiteit twijfelachtig. Kenmerkend voor moderne landbouw is de steeds lagere kostprijs. Maar tegelijkertijd bevordert dit uniformiteit en grootschaligheid van het landschap en afname van biodiversiteit. Om deze ontwikkelingen te keren zou steun gekoppeld moeten worden aan de instandhouding van landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Er zou dan ook niet meer gesproken worden van steun aan de landbouw, maar van compensaties voor maatschappelijk gewaardeerde diensten door landbouwbedrijven.

Wat waard is om te behouden kan daarbij beter op nationaal of regionaal niveau plaatsvinden dan op EU-niveau. Dit geldt tevens voor de financiering hiervan. De rol van Brussel zou beperkt kunnen blijven tot het toezien dat er, onder het mom van landschapsdiensten geen productiebevorderende steun gegeven wordt.

Versteijlen stelt terecht dat verdere opening van de Europese grenzen voor landbouwproducten weinig zal bijdragen aan een vermindering van de mondiale armoede. Dit betekent niet dat er voor de EU geen reden is de grenzen verder te openen. Daarvan zou een belangrijk signaal uitgaan.

auteurs:
Herman Stolwijk is verbonden aan het Centraal Planbureau (CP.
Henk Westhoek is werkzaam bij het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP).
eric-finance
Heb je leningen nodig voor project, investering, persoonlijke leningen, zakelijke leningen, huisleningen, studie leningen, consolidatie leningen en leningen voor verschillende projecten? Voor degenen die een lening willen ontvangen van ons bedrijf, moet u ons vandaag contact opnemen bij (ericfinancee@gmail.com of ericfinancee@outlook.com) en ontvang vandaag uw lening.
+1
kanniewaarzijn
Quote Reactie van @eric-finance:
Heb je leningen nodig voor project, investering, persoonlijke leningen, zakelijke leningen, huisleningen, studie leningen, consolidatie leningen en leningen voor verschillende projecten? Voor degenen die een lening willen ontvangen van ons bedrijf, moet u ons vandaag contact opnemen bij
Let op: Geld lenen kost geld! 😂
oldhuus
George
Wat moet je in godsnaam met een topic van 10 jaar geleden?
+2
weurding
@George terugkijken.... doe jij ook graag 😂
arie.j
Quote Reactie van @George:
Wat moet je in godsnaam met een topic van 10 jaar geleden?

Iemand zoekt een sluiproute voor zijn reclame
De zelfde persoon had voor geld lenen een paar dagen geleden een paar topics neergezet.
Die werden al gauw weer door Tinus gewist, jij hebt het waarschijnlijk niet eens gezien.
Porky
Ja dat ga je krijgen als je mensen zoals manshold op een voetstuk plaatst, " -WE MOETEN NAAR GROTERE EENHEDEN " stond ie te vertellen, 50 jaar geleden ,nou die hebben jullie nu. En wat heeft het gebracht? Boter en poeder bergen, Vries huizen die uitpuilden v/h vlees, groenten en fruit dat doorgedraaid werd, en tot slot boeren die al jaaaren geen fatsoenlijk inkomen hebben, en met subsidie in leven worden gehouden, een regelbrij die zn weerga niet kent,nou dan heb je het goed gedaan hoor, nee in Brussel weten ze het hoor, ja voor zichzelf, zakken vullen, en geld rond pompen
oldhuus
@Porky
Is een stuk tekst van 10 jaar geleden, maar de schaalvergroting gaat nog steeds door. De enorme regelbrij, ook met dank aan Brussel, een boer met 30 koeien heeft vrijwel net zoveel administratie(kosten) als eentje met 1000. En met kringloopwijzers, reductieregeling enz enz. word dat alleen maar gekker. Geen wonder dat de stoppersregeling zo vol zat. Nu moeten grote bedrijven met nieuwe stallen ook koeien inleveren, maar die komen hoe dan ook weer vol, en die fosfaatrechten komen natuurlijk bij de kleine bedrijven weg. De grond gaat meestal naar de akkerbouw, bedrijven met 500 hectare, die hebben al helemaal niks met cultuurlandschap of natuurbeheer. Maar toch, wees maar blij dat er al heel wat van die zooi opgeruimd is vroeger, ga voor de grap eens in Engeland kijken, hoe ze daar moeten boeren met al die houtwallen en obstakels.

« Terug naar discussielijst

Deel ook jouw kennis en inzicht

Hebben de thema's landbouw , bieten , stal , melk , kalveren , suikerbieten , europa , natuur , overheid , melkveehouder , boer , lei en groene hart geen geheimen voor jou? Dan kunnen we jouw kennis en inzicht goed gebruiken! Of je nu actief bijdraagt door foto's, video's, topics of reacties te plaatsen, of je zorgt er middels de stemknoppen voor dat de beste reactie naar boven borrelt.. Jouw kennis en inzicht m.b.t. de melkveehouderij kunnen deze site nét dat beetje beter maken. Maak ook een (gratis) account aan!

REACTIES
16
DEELNEMERS
9
WEERGAVES
8