Illustratie van: stannetje96

"Juist omdat er in Nederland een mest overschot is, liggen er hier kansen."

In het verleden was mest een waardevol product - ook in financiële zin - vanwege de bemestende en de verbrandingswaarde. In sommige landen wordt mest in gedroogde vorm gebruikt als brandstof om op te koken. Sinds de grootschalige introductie van kunstmest vanaf begin 20e eeuw, nam de vraag naar dierlijke mest steeds verder af. Na de Tweede Wereldoorlog nam de veestapel – en daarmee de mestproductie - in Nederland echter enorm toe. Redenen hiervoor waren de aanvoer van grondstoffen uit andere werelddelen en het stimuleren van economische activiteit op de arme zandgronden. Door het overschot dat ontstond kreeg mest een negatieve financiële waarde en ontwikkelden zich steeds meer negatieve associaties. Desalniettemin: mest blijft belangrijk.

Door: Nico Verdoes,
Onderzoeker/projectleider Mestbe- en verwerking bij Wageningen UR Livestock Research

Deel dit topic

Reacties

Coen
Ons credo: zonder mest geen melk 😄

Europese mestproblematiek is er ook één van tekorten

Planten hebben stikstof en fosfor nodig om te groeien. Lang niet overal in Europa zijn beide nutriënten voldoende voorradig in de vorm van (dierlijke) mest. In België, Cyprus, Nederland, Malta en Noorwegen is mest in overvloed. Maar er zijn landen met een erg klein verschil tussen de aangevoerde stikstof (via kunstmest, dierlijke mest, vlinderbloemigen, enz.) en de stikstof die afgevoerd wordt bij de oogst van de gewassen: Letland (8 kg stikstof per hectare), Litouwen (13,5 kg N/ha) en Bulgarije (14,3 kg N/ha).
In Roemenië wordt de landbouwproductie zelfs negatief beïnvloed door ‘onderbemesting’, een term die in tegenstelling tot overbemesting niet in het woordenboek staat. De stikstofbalans zoals Eurostat die rapporteert, vertoont daar een tekort van 6,8 kilo stikstof per hectare. Het fosfortekort is een nog groter probleem.

Uit één van de recente publicaties van Eurostat, een bundeling van interessante data over landbouw, leiden we af dat de Europese landbouw in de loop der jaren meer beredeneerd met stikstof is gaan omspringen. Het stikstofoverschot, zoals de EU dat berekent, is gedaald van 59 kilo stikstof per hectare in 2000 naar 48 kilo stikstof in 2011. Voor fosfor is er haast geen verschil meer (van 5 naar 1 kg P/ha) tussen aan- en afvoer.
Op basis van dezelfde gegevens kan je ook berekenen dat de stikstofefficiëntie in dezelfde periode met 12 procent verbeterd is, en de fosforefficiëntie met 27 procent.

Een hogere stikstof- en fosforefficiëntie is trouwens niet altijd beter want in een aantal landen met hoge scores komt de bodemvruchtbaarheid in het gedrang door een te lage aanvoer van stikstof en fosfor.
Voor stikstof lijkt dat alleen het geval te zijn in Roemenië (-6,8 kg N/ha), maar voor fosfor is dat behalve in Roemenië ook een probleem in Estland, Bulgarije en Hongarije.
Het gebruik van meststoffen is in die nieuwe lidstaten drastisch gedaald door politieke en economische veranderingen in de jaren ’80 en ’90.

Het gemiddelde nutriëntenoverschot in Europa verbergt grote verschillen tussen de 28 lidstaten. Enerzijds zijn er landen die er door hun grote veestapel over moeten waken dat de stikstof en fosfor waarmee de bodem rijkelijk voorzien wordt niet uitspoelt naar het oppervlakte- en grondwater of de atmosfeer niet vervuilt door ammoniakemissie, anderzijds dreigen een aantal lidstaten hun landbouwbodem te verarmen door meer nutriënten met de oogst af te voeren dan ze in het voorjaar toedienen.

Voor fosfor baart dat nog meer zorgen dan voor stikstof omdat het in de vorm van kunstmest een eindige grondstof is, een delfstof waarvan de voorraden niet onuitputtelijk zijn en die Europa moet importeren bij gebrek aan fosformijnen. Daarom wil de EU inzetten op de verbetering van technieken om fosfor te recupereren uit bijvoorbeeld mest en rioolslib. Zowel fosfor (93%) en stikstof (83%) worden hoofdzakelijk in de vorm van kunstmest en dierlijke mest toegediend. Het ‘recycleren’ van nutriënten, ook door simpelweg compost te gebruiken, is niet eens goed voor één procent van de input. Ter vergelijking: de depositie van stikstof uit de atmosfeer telt mee voor bijna negen procent en vlinderbloemigen voorzien in zes procent van de stikstof op landbouwpercelen.

Meer info: Eurostat

« Terug naar discussielijst

Deel ook jouw kennis en inzicht

Hebben de thema's mest , voer , wageningen-ur , kunstmest , mestproductie en aanvoer geen geheimen voor jou? Dan kunnen we jouw kennis en inzicht goed gebruiken! Of je nu actief bijdraagt door foto's, video's, topics of reacties te plaatsen, of je zorgt er middels de stemknoppen voor dat de beste reactie naar boven borrelt.. Jouw kennis en inzicht m.b.t. de melkveehouderij kunnen deze site nét dat beetje beter maken. Maak ook een (gratis) account aan!

REACTIES
1
DEELNEMERS
1
WEERGAVES
4